ec reddingsboei

In het vorige artikel schreven we over wat nou eigenlijk Gods rol is in het evangelisatiewerk. We hebben gezien wat de HEERE allemaal doet om hen die buiten zijn te redden. Een mooi voorbeeld zien we in het leven van de kamerling. Voordat Filippus hem op de weg naar Gaza ontmoette, was de HEERE al aan het werk in het leven van de kamerling.

Hij ging naar Jeruzalem om de HEERE te aanbidden, misschien was de HEERE al jaren aan het werk in zijn leven. Bovendien lezen we dat het initiatief niet van Filippus uitging om te gaan evangeliseren op de weg naar Gaza. Nee, een engel des Heeren sprak tot hem.Dit laat zo duidelijk zien dat God niet terughoudend is in het evangelisatiewerk.

Integendeel,!wij mensen daarentegen zijn nogal eens terughoudend. We zien zoveel bezwaren, onkunde en onwil in onszelf. De Heere Jezus had de discipelen de opdracht gegeven om het evangelie bekend te maken aan de Joden, de Samaritanen en daarna ook aan al de heidenen over het rond der aarde. Het eerste deel van die opdracht, om het evangelie bekend te maken aan al de Joden, daarvan kunnen we lezen in Handelingen 2 t/m 8.

Het laatste deel van die opdracht lijkt echter veel moeilijker te zijn. In Handelingen 10 lezen we wat er voor Petrus nodig was, voordat hij de blijde boodschap ook aan de heidenen bekend ging maken. Als

we Handelingen bij hoofdstuk 10 openslaan lezen we de geschiedenis van Cornelius, de hoofdman over honderd. Cornelius bad tot de Heere of Hij iemand wilde sturen om de Schriften uit te leggen. De Heere antwoordt door middel van een gezicht dat hij Petrus moet laten halen, deze zal hem zeggen wat hij doen moet. Terwijl boden op pad gingen om Petrus te halen, vinden we Petrus in het huis van Simon de lederbereider. Hij was biddende op het dak van het huis. Daar krijgt hij een visioen, hij ziet een laken op het dak neerdalen met daarin allerlei onreine dieren. De HEERE geeft Petrus de opdracht om te slachten en te eten. Maar Petrus weigert. Hij heeft nog nooit iets gegeten wat onrein is. Maar dan antwoordt de HEERE hem: Hetgeen God gereinigd heeft, zult gij niet gemeen maken. Tot driemaal toe gebeurt dat, dan wordt het laken weer opgetrokken. Petrus blijft achter, zich afvragende wat dit toch te betekenen heeft.

We weten allemaal wel hoe de geschiedenis afloopt. De boden arriveren en Petrus gaat met hen mee. Bij Cornelius thuis zijn heel wat mensen samengekomen om naar Petrus te luisteren. En Petrus mag de blijde boodschap vertellen aan al die mensen.Petrus moest bekennen: als het aan hem gelegen had, was hij daar helemaal niet geweest. Hij wilde zich helemaal niet onder de heidenen mengen, en hij dacht nog dat hij daarmee Gods wil deed ook. Maar de Heere heeft het aan hem bekend gemaakt door middel van het visioen, dat hij naar de heidenen moest gaan.

In deze geschiedenis zien we zo duidelijk de bezwaren en de onwil bij Petrus om aan heidenen het evangelie bekend te maken. Even terug naar onze tijd. Wij zien misschien niet de bezwaren die Petrus zag, maar hebben we niet allerlei andere bezwaren: ik weet niet hoe ik het moet uitleggen, ik heb ook niet alle antwoorden, ik heb geen tijd. Bezwaren waarop we later nog terug zullen komen.

En die bezwaren zijn soms heel begrijpelijk, maar tonen wel aan dat het de mens is, die terughoudend is. Maar waar de mens terughoudend is, daar is de HEERE steeds maar zoekend bezig naar het verlorene. En waar Hij ons de opdracht gaf om het evangelie bekend te maken, daar heeft Hij ook tegen ons gezegd: Ziet, Ik ben met ulieden, al de dagen, tot de voleinding der wereld.

Snel naar toe

Template Settings
Select color sample for all parameters
Red Green Blue Gray
Background Color
Text Color
Google Font
Body Font-size
Body Font-family
Scroll to top